Knossos
Knossos (Grieks: Κνω(σ)σός, Knōs(s)os) is een plaats op het eiland Kreta. Opgravingen hebben bijgedragen aan de kennis over de Minoïsche beschaving.
Geschiedenis van de opgraving
In de negentiende eeuw werd vaak materiaal van een terrein even ten zuiden van de Kretenzische hoofdstad Iraklion gebruikt om huizen te bouwen in die stad. Vermoed werd dat op dat terrein de resten lagen van het kolossale Minoïsche paleis van Knossos. In 1878 vond Minos Kalokerinos het de moeite waard om te onderzoeken wat voor gebouw hier had gestaan, voordat alle sporen door de huizenbouw waren uitgewist. Hij begon met opgravingen bij Knossos en het werd al snel duidelijk dat hier een Minoïsch paleis had gestaan, waarschijnlijk het paleis van de legendarische koning Minos. Bij de opgravingen werd de westelijke vleugel van het paleis ontdekt. Men vond er veel aardewerk, vazen en kannen en de beroemde stierenfresco[1].
Het paleis
Het paleis is vermoedelijk zo'n 4000 jaar oud en zou kunnen zijn gebouwd door de mythische architect Daedalus. Hij studeerde in Egypte en leerde er het bronsgieten en beelden maken. De Daedalische beelden vertegenwoordigen inderdaad de oudste en eerste beeldenstijl van Griekenland. Uit deze periode stammen ook de vele mythen. Bijvoorbeeld hoe de Atheense koningszoon Theseus het monster Minotaurus (half hemelstier, half mens), dat in het labyrint van Minos woonde, overwon en doodde. De archeoloog Arthur John Evans was er zeker van dat er een kern van waarheid moest zitten in de verhalen uit het Minoïsche tijdperk op Kreta. 'Minos' zou de titel zijn geweest voor 'koning'. Het was gebruikelijk in de antieke oudheid om jonge mensen van naburige, vooral ondergeschikte, koninkrijken te laten overkomen om aan het hof te leven. Deze transactie gold tegelijk als een soort bezegeling van een vredesverdrag en men kon het jaarlijks schenken van jonge mensen aan het hof ook als een vorm van tribuut beschouwen.
Centrale plein
Het paleis is volgens moderne archeologen in een drietal fasen gebouwd geweest rondom een centraal plein. De functie van dit plein zou voor volksvergaderingen zijn geweest, eventueel gekoppeld aan festivals. De brede trappen zouden vooral zit- of staanplaatsen zijn geweest. Later is het plein door meerdere gebouwen omringd en tenslotte werd de noordelijke ingang door een poortcomplex afgesloten. Dit laatste zou zijn gebeurd in de tijd dat er zich een veiligheidsprobleem begon te stellen, toen om die reden ook de heiligdommen op de hoogten werden gelegd. Dit zou met de komst van plunderende volken van overzee te maken hebben gehad en wordt in de tijd van de komst van de Myceners gesitueerd.
Vondsten
Een van de belangrijke vondsten is het beeld van 34 cm grootte van de Slangengodin, die in beide handen dus een slang houdt. De armpjes zitten in feite los en kunnen verdraaid worden. Ook het hoofd staat er los op. (Het beeld is thans te bezichtigen in het museum van Iraklion.) Naast de 'troonzaal' zijn kleine kamertjes met cachetten (verborgen opbergruimten onder de grond) gevonden, die gevuld waren met beelden van godinnen of priesteressen. Ook heeft Evans er in 1901 de drie gipsfragmenten gevonden waaruit het fresco de Prins van de lelies is gereconstrueerd. Sommigen beweren dan ook dat Knossos geen paleis was, de stelling waar Evans aanvankelijk van uitging, maar een tempel. Anderen zijn dan weer van mening dat het een collectieve opslagplaats van goederen, vooral voedselreserves, was die centraal beheerd werd. Zoals het door Herodotus is beschreven was het in ieder geval een gigantische constructie met honderden kamers.
Oppervlak en grondplan
Archeologen van de Katholieke Universiteit Leuven hebben ontdekt dat er een vaste verhouding bestaat tussen de oppervlakte van dergelijke 'paleizen' en de omvang van de bijhorende woonplaats. Omdat Knossos een van de grootste woonplaatsen altijd al geweest is, zou daar ook een paleis van dergelijke omvang zijn te vinden.
Opvallend is de overeenkomst van het grondplan van dit paleis met dat van het paleis in Mari. Dit brengt op zichzelf al het idee van een labyrint tot leven. Het woord zou verband houden met een epitheton van de Egyptische koningen in de periode van de Minoïsche beschaving.
Verwoestingen
Mooie en grote Minoïsche paleizen op Kreta zijn allemaal verwoest. Vermoedelijk is dit gebeurd door een uitbarsting van de vulkaan Santorini op het tegenwoordige eiland Thera (Santorini) bijna 100 km ten noorden van Kreta. Die uitbarsting heeft plaatsgevonden omstreeks 1628 v.Chr. en ging gepaard met aardschokken en vloedgolven.
Meer recentelijk wordt ervan uit gegaan dat de Minoïsche paleizen zeker tweehonderd jaar na de Santorini uitbarsting definitief vernietigd zijn. Er zijn indicaties dat dit samenviel met een invasie door vreemde volkeren, waarschijnlijk de Mycenen. Het paleis van Knossos werd na de Santorini uitbarsting weer herbouwd en na een verwoestende brand rond 1500 v.Chr. verder vernieuwd. Restauratie van het paleis
Troonzaal
In 1899 kocht Evans de grond om opgravingen te kunnen doen. Vrijwel direct begon hij met het opgraven en restaureren van wat hij "het paleis" noemde en ging hiermee door tot 1931. In die periode is vrijwel het hele paleis blootgelegd en zijn er veel vondsten gedaan. Aardewerk en vazen, maar ook de oudste geplaveide weg van Europa, badkuipen en schoolbanken. Ongeveer 25 jaar heeft hij onderzoek gedaan.
Opbouw
Vervolgens heeft Evans op de ruïnes het enorme paleis weer opgebouwd, zoals hij vermoedde dat het er moest hebben uitgezien. Oorspronkelijk bestond het uit stenen constructies als drager van leemtegel muren, waarboven balkenconstructies waren gelegd. Maar die zijn ooit door brand verwoest en de leemtegels zijn vervolgens door de regen vergaan. Evans heeft onder andere de houten balken door betonnen balken vervangen. Over de manier waarop hij Knossos restaureerde zijn de meningen verdeeld, hij maakte onder andere veel gebruik van beton en staal. En critici voeren aan dat zijn reconstructie meer over de Art decostijl van de jaren '20 zegt dan over de Minoïsche beschaving.
Na de Tweede Wereldoorlog is het onderzoek in het gebied van Knossos voortgezet en tegenwoordig is het opgegraven gebied ongeveer 22 km2 groot.
Ontdekkingen in de omgeving
Behalve de opgravingen van het paleis zelf, werd er aan de overkant van de huidige weg een klein paleis gevonden, en op andere plekken een koninklijke villa, enkele Minoïsche villa's en een tempelgraf. Deze zijn echter niet voor toeristen te bezichtigen.